Publicatiedatum 19 december 2024
Leestijd: 2 minuten
----------------------------------------
Wat was de uitkomst en wat wordt de toekomst?
Weken voorafgaand aan de vergadering liepen de verwachtingen uiteen van een verlaging van 50 basispunten (bps) tot 25 bps. Richting de vergaderingsdatum gingen de financiële markten met grote overtuiging uit van een renteverlaging van 0,25%. En zo geschiedde. Met een renteverlaging van 25 basispunten staat de beleidsrente vanaf 17 december op 3,00%. Ook is de verwachting dat de ECB de beleidsrente stelselmatig blijft verlagen. Vooruitkijkend tot en met oktober 2025, wordt er door de markt 125 bps aan cumulatieve renteverlagingen verwacht. Dit wijst op een langdurige versoepeling van het monetaire beleid om de economie te ondersteunen.
Positief nieuws voor de korte rente…
Voor iedereen met een lening op basis van 3-maands Euribor is dit positief nieuws. Euribor, dat de marktverwachtingen over toekomstige ECB-renteverlagingen weerspiegelt, zal naar verwachting verder dalen. Op moment van schrijven (12 december 2024 red.) staat de 3-maands Euribor op 2,89%. Termijncontracten die over een jaar ingaan, worden verhandeld tegen een rente van ongeveer 1,80%. Dit geeft aan dat handelaren verwachten dat de 3-maands Euribor in de komende periode aanzienlijk zal dalen, tot ruim onder de 2%. Dit betekent dat consumenten en bedrijven met hypotheken en leningen op variabele basis fors minder rente zullen gaan betalen de komende periode.
…en voor de lange rente?
Kijken we naar de lange rente, met als belangrijkste indicator de 10-jaars Interest Rate Swap (10Y IRS), dan zien we dat dit tarief al geruime tijd aan het dalen is. Momenteel is het tarief 2,17% en hiermee begeeft 10Y IRS zich op het laagste niveau sinds de zomer van 2022. Welke richting lange rentes vanaf hier verder op zullen gaan, hangt grotendeels af van de inflatieontwikkeling en economische groei. Hier gaan we in de volgende alinea verder op in. Wat in ieder geval kan worden gezegd, is dat het afgelopen halfjaar lange rentes met bijna een volle procent zijn gedaald, en zelfs een kleine anderhalf procent het afgelopen jaar. In onderstaande grafiek van 10y IRS is dit duidelijk zichtbaar.
Hoe zit het met de economie en inflatie in de Eurozone?
De economische groei in de Eurozone blijft zwak, momenteel 0,9% op jaarbasis. Zowel de inkoopmanagersindex voor de dienstensector als de index voor de industrie wijzen op een verwachte afremming van de economische groei. Dit duidt op een afname van de economische activiteit, een factor die doorgaans neerwaartse druk op de inflatie uitoefent. Wel lijkt vooralsnog een recessie afgewend. Ook is de werkgelegenheid in de Eurozone gestegen met 0,3% en de werkloosheid gedaald naar 6,3%, het laagste niveau sinds de invoering van de euro.
Als we voorzichtig naar de toekomst kijken, dan zien we dat de ECB verwacht dat de economische groei in 2025 1,3% zal bedragen en in 2026 1,5%. Dit wordt deels gedreven door hogere lonen en het afnemen van de restrictieve impact van eerdere rentestijgingen. De verwachte groeicijfers suggereren een geleidelijke economische stabilisatie. Wel zijn er verscheidende risicofactoren die het langetermijngroeiperspectief van de Eurozone uitdagen, zoals structureel lagere arbeidsproductiviteit vergeleken met andere wereldeconomieën, gebrekkige innovatie, een vergrijzende populatie en forse begrotingstekorten in toonaangevende lidstaten.
Daar bovenop komt dan nog een nieuwe presidentstermijn voor Donald Trump, die van plan is om forse importtarieven te heffen, wat verscheidene export-economieën (vooral Duitsland) in Europa hard kan raken.
Daar bovenop komt dan nog een nieuwe presidentstermijn voor Donald Trump, die van plan is om forse importtarieven te heffen, wat verscheidene export-economieën (vooral Duitsland) in Europa hard kan raken.
Wat ook duidelijk zichtbaar is in Europa is een divergentie op het gebied van inflatie tussen verschillende economieën. Zo blijft de inflatie in Nederland (4,0%) en België (3,3%) ruim boven de ECB-doelstelling van 2%, maar bijvoorbeeld in Frankrijk is deze nog maar 1,3%. Zwaargewicht Duitsland zit op 2,2% maar de maand-op-maand inflatie bij de laatste meting was -0,7%. Deze uiteenlopende getallen maken het lastiger een duidelijk beeld omtrent de inflatieverwachting te vormen.
Naast de huidige inflatie spelen vooral ook inflatieverwachtingen een cruciale rol in de rentemarkt. Deze verwachtingen worden vaak gemeten via instrumenten zoals de inflatieswaps, met name de 5Y5Y inflatieswap. Deze weerspiegelt momenteel de inflatieverwachtingen van handelaren voor de periode 2029-2034 (namelijk 5 jaar in de toekomst voor een periode van 5 jaar). De ECB beschouwt deze inflatieswap als een belangrijke graadmeter voor de marktverwachtingen omtrent inflatie.
Dit instrument begeeft zich op dit moment onder de grens van 2%. Dit suggereert dat de markt er momenteel vertrouwen in heeft dat de ECB haar middellange termijndoelstelling van 2% inflatie zal bereiken. Deze ontwikkeling biedt de ECB meer ruimte om de rente verder te verlagen. Enige punt van aandacht hierbij is de kerninflatie, die eigenlijk te hoog blijft, vooral door stijgende lonen. Echter de verwachting is dat ook de kerninflatie per 2026 onder de ECB-doelstelling van 2% zal komen.
Dit instrument begeeft zich op dit moment onder de grens van 2%. Dit suggereert dat de markt er momenteel vertrouwen in heeft dat de ECB haar middellange termijndoelstelling van 2% inflatie zal bereiken. Deze ontwikkeling biedt de ECB meer ruimte om de rente verder te verlagen. Enige punt van aandacht hierbij is de kerninflatie, die eigenlijk te hoog blijft, vooral door stijgende lonen. Echter de verwachting is dat ook de kerninflatie per 2026 onder de ECB-doelstelling van 2% zal komen.
De conclusie voor nu
Concluderend toont de situatie in de Eurozone een fragiel economisch herstel, waarbij het monetaire beleid waarschijnlijk nog geruime tijd gericht zal blijven op versoepeling om de economie verder te stabiliseren en eventueel zelfs te stimuleren wanneer dat nodig blijkt.